Jo Licht is geboren op 18 januari 1915 in de Hofstraat op nr. 39.  Tegenover het Kortebeinsbruggetje.

Later woonde hij nog in de Houtweg en Hoogstraat. Op zijn 9e jaar (1924) is hij verhuisd naar de Houtweg 13.
Doordat zijn vader Toon werk kon krijgen bij Philips, is de familie in de loop van 1925 daarheen verhuisd.

Jo Licht is daar zijn hele leven blijven wonen.  Hieronder enkele fragmenten van zijn dagboek.

Met dank aan ; Martin Huisman van de  Vereniging Oud Apeldoorn   Het hele dagboek kunt u vinden op www.oud-apeldoorn.nl.

 

Dagboek van Jo Licht .

Het Voorwoord ;

Opgemaakt in Augustus 1944 .

In Eindhoven woonachtig en herstellende van een langdurige ziekte, mocht ik van de dokter (voor ik weer aan het werk zou gaan) een week of zes naar Nijbroek, een boerenplaatsje 10 k.m. ten noorden van Apeldoorn
Van bevriende kennissen aldaar ( fam. Berends ) had ik een uitnodiging gehad om een week of zes bij hen door te brengen, voor dat ik weer bij Philips aan het werk zou gaan.
Met Cisca mijn vrouw had ik de afspraak gemaakt dat ze me na een week of vier met Annie ons eenigst dochtertje weer op zou komen halen en zij zou dan ook nog een paar weken voor vacantie in Apeldoorn blijven bij een nicht van me, Dina Huisman-Vlottes wier man in Duitsland te werk gesteld was. Mijn vrouw was goed en wel in Apeldoorn toen brak de spoorwegstaking uit en zoodoende werd ons verblijf van enkele weken een gedwongen vacantie van negen maanden onder de moffen terwijl Eindhoven reeds bevrijd was.

 

19 October 1944.

Donderdag 19 Oct. 1944 .

Ik ben weer terug in Apeldoorn, nu dat is een heel eind lopen hoor, zoo’n 2,5 uur van Nijbroek via Vaassen langs het kanaal naar Apeldoorn.
Ik heb in Nijbroek bij een bakker een groot roggebrood van 8 pond clandestien gekocht voor 6 gulden en ik krijg er nog een van Jan van Geertje en van een andere boer krijg ik wat rogge als hij gedorscht heeft. Dat zit zoo, bij de fam. Berends hebben ze een winkeltje die door Janny hun dochter ( de verloofde van Jo Vlottes ) gedreven wordt. En Zaterdags avonds komen de boeren uit de omgeving gewoonlijk zelf hun tabak voor de hele week inslaan, al is dat in deze tijd dan veel bescheidener vanwege de bommen. En dan wordt er een echt boerenpraatje gemaakt, over de stand van het gewas, of over stedelingen die het steeds slechter krijgen, of over andere boeren uit de omtrek, want elk kent iedereen daar. En ik ben nu ook zoo’n beetje in de gemeenschap opgenomen, algemeen noemen ze mij Jo uit Eindhoven en ik word als evacuee beschouwd, vermoedelijk omdat er hier ook veel evacuees uit Arnhem zijn.
En zoodoende heb ik de boeren gevraagd of ze niets te missen hadden voor de fam. uit Apeldoorn, met het reeds vermelde resultaat.
Dina heeft 10 kerstboomkaarsjes gekregen en ik heb een kaars van Janny gehad, dus alweer geboft.
Het is hier nog erg onrustig in Apeldoorn, het manvolk kan de straat haast niet over of ze worden opgepikt, voor graafwerk te verrichten aan Rijn of IJsel.
Ik was vanmiddag even in de boekenbeurs, was net binnen of menschen kwamen waarschuwen niet naar buiten te gaan want ze waren weer bezig. Ben net zoo lang binnen gebleven tot het weer veilig was, want dat ziekenbriefje uit Eindhoven wat ik heb zal voor de moffen van 0 en geen waarde zijn, daar trekken ze zich niets van aan.
Maandagavond zijn hier weer bommen gevallen in de buurt van Johannastraat en Oranjestraat. Verschillende huizen in elkaar gestort en een stuk of 10 doden.
Deze straten liggen vlak bij het station, wat dan ook wel het doel is geweest. Het schijnen wel zware bommen te zijn geweest, want ver in de omtrek waren de ruiten nog gesprongen. De menschen worden hier moedeloos en dat is geen wonder, de winter staat voor de deur en dan geen kolen geen gas geen licht en de rantsoenen krimpen steeds meer in.
Ik ben gisteren weer bij Dr. Hermanides geweest en moest een ander briefje hebben voor noodsteun. Hij vroeg me of ik niet in Eindhoven wou zitten, het moest er zoo goed zijn, hij had een brief gelezen daarvandaan, ze kregen 3x zoveel brood als hier, chocolade bonbons thee en tabak.
Dezelfde dag riep de B.N.O. af als dat er in Eindhoven hongersnood was, er zou niets meer te krijgen zijn, geen kind kon er meer naar school, want die waren allemaal bezet. Het laatste zullen we maar met een korreltje zout nemen.
Ik spreek vanmiddag Gerard Vlottes, ik wil, zegt hij, alles geven, huis, meubels, kleren, als ik alleen een broek en deken mag houden, indien morgen de oorlog afgelopen is. Hiermee geef ik het beste de stemming weer zoo als die in het algemeen is, de menschen zijn er beu van.
Er kwam hier bij Dina iemand die een hondje ( straathondenras ) te koop had, de kinderen waren er al direct dol op, toen heeft Dina hem maar gekocht voor f 2,50. Annie en Henkie lopen er de hele dag mee te trekken of beter gezegd de hond loopt met hen te trekken, want de hond gaat niet waar zij gaan, maar huist anders om. We hebben hem knakie genoemd vanwege die f 2,50 omdat er geen geschikter naam voor de hand lag. Overdag is hij zindelijk maar ’s nachts legt hij nog wel eens een souveniertje op de mat, affin het is zonder bon.
Maar Annie wil er niets van gezegd hebben, want dat souvenier betreft, kan ie niks aan doen zegt ze, hij liet een windje en toen kwam er een hoopje bij. En nu eindig ik voor vandaag, het is 9 uur en we gaan naar bed. 

 

2 December 1944.

Zaterdag 2 December 1944.

Een dag om niet licht te vergeten. Om 8 uur ’s morgens begon het, razia, huiszoeking, heel Apeldoorn was rond om afgezet er kon geen mensch meer uit. Radiowagens met geluidversterkers reden door de straten, al het manvolk werd opgeroepen om zich te melden, deken en eten voor 2 dagen meebrengen. En indien ze zich niet vrijwillig melden, zouden ze bij de huiszoeking met scherp schieten.
Je kunt begrijpen wat een consternatie dat gaf deze morgen. De een was nog zenuwachtiger als de andere. Toen kwamen de moffen de straat in, als gekken stonden ze huis aan huis geweren en pistolen af te vuren om het manvolk maar vlug genoeg de huizen uit te jagen.
Ik ben op bed blijven liggen dat leek me nu nog de wijste weg, me maar ziek houden, met het ziekenbriefje van de dokter bij me en maar afwachten of ik geluk zal hebben. Ook Gerard Vlottes, (we zijn nog bij de fam. Vlottes) die daar op een paar kamers bij ingetrouwd is heeft zich op bed gelegd en probeert op die manier de dans te ontspringen.
Jo Vlottes is zoojuist weggegaan en heeft zich gemeld, flink kreupel lopend is hij naar de hoek van de straat gegaan, vanwaar ze onder Duits escorte naar de plaats van bestemming gaan om zoogenaamd eerst gekeurd te worden, voor ze verder getransporteerd worden. Misschien kan hij er ook nog onderuit komen want hij heeft een klein gebrek aan een van zijn benen en als hij dat nu flink uitbuit en maar . . . strompelen . . . wie weet!
Pa Vlottes, de man zonder zenuwen hoeft zich niet te melden, hij is al 70 jaar en de leeftijd is tussen 16 en 55 jaar. Hij raadt iedereen aan om toch rustig te blijven er is niets aan de hand en de moffen donderen wel weer op, aldus Vlottes en met die woorden ging hij weer onverstoorbaar zijn weg alles en iedereen vergetend. Maar zijn vrouw opoe Marietje (volgens de kinderen) weet zich geen raad van de zenuwen, het goede mensch loopt van het kastje naar de muur en met de anderen al niet veel beter gesteld.
Eindelijk is er nog iets gekomen dat nog erger is dan de dagelijkse zorgen, om aan eten te blijven, dat is voor het ogenblik helemaal op de achtergrond gekomen.
En zoo lag ik dan boven in afwachting, van de dingen die komen zouden, met toch wel een raar gevoel in mijn maag, wat zal het worden Kruis of Munt. Ik kon aan het schieten en het helsch lawaai buiten merken als dat ze in aantocht waren en het duurde dan ook niet lang of ik hoorde beneden een moffenstem, gevolgd door het laarzengestamp van iemand die de steile trap opklom. Nu viel alles nog al mee, ik had het getroffen, het leek me nog al een gemoedelijke weermachtsoldaat toe, ik kon hem niet verstaan, maar wist hem toch door het hoesten en wijzende op het Doktersbriefje duidelijk te maken dat ik ziek was. Hij bekeek het briefje, waar hij natuurlijk niet wijs uit kon worden, want ik geloof dat hij het nog op de kop hield ook, knikte me toe dat het in orde was en verdween door het trapgat weer naar beneden
Ook Gerard die beneden lag heeft dezelfde mof getroffen en heeft hem van zijn ziekte kunnen overtuigen, dus zijn wij voorlopig weer gered. Maar ik verlang nu wel naar het rustige Nijbroek, al klinkt het wel wat egoistisch.
Het is nu avond van dezelfde dag, het is de hele dag rumoerig en onrustig geweest, om 5 uur vanavond liepen er nog schietende moffen door de straten. En de vrouwen mochten ook niet buiten komen. Maar ze hebben het niet overal zoo getroffen als wij. Velen ziek of niet ziek zijn door de fanatieke S.S. de huizen uitgesleept. Er moeten er een 3000 weggevoerd zijn, dat is nog veel, in aanmerking genomen dat de bevolking hier door razia’s en tewerkstelling toch al erg gedund was.
Ook Jo Vlottes is zoo juist thuis gekomen, hij was door een dokter gekeurd en na veel gemier aan zijn been hebben ze hem vanavond weer losgelaten en kon hij weer naar huis strompelen, maar op het ogenblik loopt hij weer keurig en zie je er niets meer van.
Op het ogenblik is het rustig geworden, dus zullen we het wel gehad hebben.
Wat zal hier weer op volgen?
Affin morgen gaat het beter zullen we maar hopen. 

 

7 December 1944.

Donderdag 7 December 1944.

Ik ben weer in Nijbroek, het is 9 uur in de morgen en lig nog op bed. Tante Anna heeft zoo juist mijn eten gebracht, op bed nog wel, wat wil je meer. Een paar boterhammen met spek, een ei en dan nog een grote beker met melk.
En zoo lig ik nu dan na te genieten van dat herenmaal, ik ken mijn eigen weelde niet. Wat heb ik het hier dan toch goed. En wat zijn die menschen reusachtig voor mij, dat is niet te betalen.
Wat hebben ze het in Apeldoorn dan toch slecht, terwijl ik hier op mijn luie gemak lig te herkauwen.
Toen ik Maandag aan mijn tippel naar Nijbroek begon, had Ciska me een eindje weggebracht, ze was net weg of er fietste me iemand achterop met 2 fietsen. Daar hij toch mijn kant op moest, vroeg hij of ik de andere fiets wou berijden, nu dat was tegen geen dove gezegd en zoodoende heb ik bijna het hele eind gefietst.
De personen die Zaterdag met die razia uit Apeldoorn weggevoerd zijn, die trein is in Duitsland door vliegtuigen beschoten, er zijn er 14 van gedood en 68 gewond.
Ik krijg 10 pond rogge van iemand, dat moest ik vanmiddag halen, dus dat is dan alweer meegenomen.
Er word druk gevlogen en er staat hier veel afweergeschut in de omgeving. Er word hier ook al gepraat van razia houden, huis aan huis, dat is in Twello ook gebeurt 
.

 

23 December 1944.

Zaterdag 23 December 1944.

Iedere manlijke persoon van 16 tot 50 jaar zal binnenkort een bijzondere oproep krijgen voor de algemene arbeidsinzet. En dat huis waar geen gehoor aan gegeven word en toch een man thuis getroffen word, zal alles verbeurd verklaard worden.
Deze biljetten hebben ze hier in Apeldoorn, nu weer aangeplakt, ik las het zoo juist op de hoek van de Badhuisweg. Zouden die vuile moffen nou denken dat er hier aan het manvolk nooit een eind komt, dat ze hier aan de lopende band gemaakt worden. In ieder geval zal het hen wel niet veel opleveren, die mannen die er nog zijn, zullen zich niet gemakkelijk overgeven, daarvoor hebben ze te lang uit gehouden. We zullen wel zien waar dit weer op uitdraaid, komt tijd komt raad.
We hebben vandaag geen centen gehad van het armbestuur, het was zoo ontzettend druk, dat je niet aan de beurt kon komen, dus volgende week maar. Er komen ook veel vrouwen wier mannen in Duitsland te werkgesteld zijn, maar die sinds lang geen geld meer door gestuurd krijgen en die kunnen hier dan ook 12 of 13 gulden te leen krijgen.
Maar de behandeling is verschrikkelijk, de menschen worden niet toegesproken, maar toegeblaft en als een hond behandelt en maar wachten, terwijl de heren thee drinken en een cigaretje roken.
Een kg. Appels kost hier f 3,25, aldus een groenteboer, die ik er zoo juist naar vroeg.
De moffen hebben een offensief in de Ardennen in Belgie ingezet en er weer een deel van bezet. Dus allemaal geen opwekkende berichten en het ziet er dan nog al somber uit tegen Kerstmis 1944. 

 

24 Januari 1945.

Woensdagavond 24 Januari 1945.

Het is juist een week geleden dat ik geschreven heb. Ben gistermiddag uit Apeldoorn terug gekeerd, in de sneeuw. Er is weer een flink pak gevallen. Ik ben langer in Apeldoorn geweest als het plan was, van dag tot dag uitgesteld wegens het slechte weer. Een wereld van sneeuw en modder was het en er viel steeds bij. En nu is er weer een flink pak gevallen, maar deze is blijven liggen. Het viel niet mee om er door te komen op een pantserwagen (surrogaatfiets) maar het is gelukt, hoewel je op sommige plaatsen er af moet om de fiets door de opeengehoopte massa door te wringen.
In Apeldoorn ben ik naar een Duitsche dokter geweest om een briefje met stempel voor afkeuring van alle arbeid in Duitschland of elders. Deze stuurde me naar de huisdokter want ik moest dan een briefje hebben waar de aard der ziekte op vermeld stond. En deze gaf het niet of ik moest een oproep van de beurs gehad hebben en dat krijg ik niet omdat ik hier niet ingeschreven sta. Zoodoende ben ik weer op een dood punt en is het dubbel op passen op straat met aanhoudingen of razzia’ s.
Maar met zoon briefje doe je anders ook niet veel, want ze hebben overal lak aan, maar je voelt je iets sterker.
In Apeldoorn word het hopeloos met het eten. De laatste 14 dagen geen aardappelen, in plaats daarvan een paar Kg. Suikerbieten. In geen 8 weken hebben ze boter gehad en krijgen nu 80 gram olie per 14 dagen, brood 1400 gram.
Bijna allen zijn op de gaarkeuken aangewezen en daar is het nu alle dagen koolsoep.
Toen ik in Nijbroek kwam kreeg ik lekkere pannekoeken, wat heb ik gegeten en dan iedere morgen nog een ei. Wat een verschil op de eene plaats koolsoep en ruim 10 Km. Verwijderd pannekoeken.
Heb in Apeldoorn nog een brandend vliegtuig neer zien storten, 6 parachutisten sprongen er uit en toen de moffen er op aan het schieten. Het toestel een zware bommenwerper is hier in Nijbroek neer gestort.
Het konijn op mijn verjaardag was een verrassing. Bij Vlottes hebben we het opgegeten, 3 huisgezinnen hebben er van gegeten, daardoor werd de spoeling dun, maar wel lekker. Ook koekjes en appels was een tractatie.
Ben vandaag voor het eerst weer de boer op geweest. Uit alle delen van het land tref je menschen aan, er waren er zelfs lopende uit Den Haag. Ik trof iemand die had van ’s morgens 8 tot ,s avonds half vijf gelopen en niets anders als een paar kilo suikerbieten. Daar tegen over had ik 13 pond rogge, een paar eieren en een paar kilo aardappelen. Dus het begin is weer goed en kan ik weer op een goeie dag terugzien.