Gedeelte van een schrijven van de in Rees werkzaam zijnde arts Sluyter, aan dr. Bouman in Apeldoorn, 7 Januari 1945.

 

L. BOUMAN, Arts, Brinklaan 116 Apeldoorn. Het sterftecijfer begint onrustbarend te stijgen. Het ergste is de chronische diarrhee. Ik heb menschen gekregen, die steeds gewerkt hadden, uitgedroogd op het spreekuur kwamen en des middags dood waren. Ik heb nu een apparaat voor subcutane infuus. Maar het belangrijkste is dit: er zouden meer menschen gered kunnen worden, als er meer auto’s kwamen om ernstige zieken te halen. Verder hebben we dringend behoefte aan: thermometers, ondersteken, urinalen, tarwemeel en echte thee voor dieet voor de ernstige patienten (van de 7 sterfgevallen 5 aan dysenteri, nog 3 moribund), tannine, tannalbin, bolus alba, norit, melkpoeder en maizena. Ik ga levensmiddelen inzamelen in den Achterhoek via collega van Griethuisen te Genderingen. De toestand kan niet zwart genoeg worden afgeschilderd. De menschen zijn wrakken.Pheumonien (longontsteking B) zien we veel, ze komen ambulant op het spreekuur. De menschen zijn totaal vervuild, ondervoed, psychisch gebroken. De Duitsche doktoren werken nu mee, zien de ernst van de toestand. Toch zal, zoolang dit blijft, het sterftecijfer rapide omhoog gaan. Er moet hulp komen.Ik schreef vandaag aan Piek, als ik wist dat het hielp, zou ik naar Mussert zelf gaan. Wat ook dringend noodig is, zijn handschoenen en sokken. We zien zeer veel necrotische teenen en vingers.Verder kan er misschien uit Apeldoorn gezorgd worden, dat de pakken uit Haarlem en den Haag doorkomen. Voor eensluidend afschrift,De Commandant van de Technische Noodhulp Apeldoorn:[getekend]W.J. Bergsma.

Bron: Gemeentearchief Apeldoorn/Archiefburgemeester Pont,doos 3map 3.