Briefwisseling tussen Thuisfront en dwangarbeider in Kamp Rees.
Zoals zo vaak is gehoord heeft de technische Noodhulp en de directie van de AMEFA ( Apeldoornse Messen Fabriek ) er voor zorg gedragen dat het thuisfront in contact kon komen met de dwangarbeiders die in Rees hebben gezeten.
Er waren echter geen harde bewijzen dat dit inderdaad zo is geweest. Ik kan u zeggen dat we het nu allemaal kunnen aantonen.
Tot mijn grote verbazing kreeg ik ( A.J.Disberg ) een e-mail van de heer B. Bleekman, werkzaam bij Omroep Gelderland.
Hij deelde mij mede dat hij contact had met de familie Jansen uit Arnhem en dat deze een stapel brieven en postkaarten hadden gevonden.
Deze brieven gingen over de correspondentie in de jaren 1944 en 1945 tussen hun ouders.
Zijnde de heer Adrianus Hendrikus Jansen, geboren op 03-05-1915 in Arnhem, overleden op 30-12-1980 en mevrouw Grada Johanna Dreuning, geboren op 31-03-1918 in Arnhem, overleden op 25-09-2003.
Op 23-03-1943 zijn de heer A.H. Jansen en mevrouw G.J. Dreuning in Arnhem met elkaar getrouwd.
Het zijn brieven die ze naar elkaar hebben geschreven in de Tweede Wereld Oorlog.
Daarbij zaten ook brieven en postkaarten die gingen over de razzia van 02-12-1944, het verblijf van de heer A.H. Jansen ( Dik ) in Zevenaar in de Turmacfabriek en zijn verblijf in Kamp Rees.
Adrianus Hendrikus Jansen, ( Roepnaam Dik ), was van beroep kleermaker. Zijn zaak bevond zich aan de Hoflaan 41 in Arnhem. In september 1944 moesten hij en zijn vrouw Grada uit Arnhem vluchten en kwamen ze terecht in Apeldoorn. Ze verbleven vanaf september 1944, bij de familie Ten Tije, aan de Daalakkerweg 5. De familie Ten Tije bestond uit de heer W. Ten Tije ( Willem ) en zijn mevrouw W.J. Ten Tije ( Roepnaam Rie ). Zij hadden in de oorlogsjaren 4 kinderen.
Op 02-12-1944 was “Dik “een van de vele duizenden mannen die werden opgepakt en werden afgevoerd naar het Marktplein. Hij werd op zaterdag 02-12-1944 om 20.00 uur via het NS station in Apeldoorn overgebracht naar de Turmacfabriek in Zevenaar. Daar kwam hij op zondagnacht om 01.30 uur aan ( Dat is 04-12-1944 ).
Briefje op Turmac kladblock papier. “Zevenaar d.d. 04-12-1944 .
Korte tijd later werd hij ( omdat hij jonger dan 40 jaar oud was ) overgebracht naar Kamp Rees. Hij kwam daar op 07-12-1944 aan. Hij kwam terecht in groep 22 en kreeg het nummer 1125.
“Dik “Jansen kon dankzij de Technische Noodhulp en de mensen van de AMEFA schriftelijk contact onderhouden met zijn vrouw Grada.
Postkaart van Grada gericht aan Dik. d.d. 22-12-1944.
Postkaart van 28-12-1944 ; Van “Dik “naar: Mej. G.J. Jansen p/a W.J. ten Teij Daalakkerweg 5, Apeldoorn, Holland
“Dik”is vermoedelijk met behulp van het verzet in de Achterhoek terecht gekomen. Na de oorlog heeft hij zijn kleermakerswerk weer opgepakt in Arnhem.
Hij heeft nooit iets verteld over Kamp Rees. De gevonden brieven waren voor de nabestaanden van “Dik “Jansen een grote verrassing.
Diverse briefwisselingen ;
De familie Jansen is door mij ( A.J.Disberg ) benaderd en ik heb hen gevraagd of deze briefwisseling naar de CODA mocht. Men gaf aan daar geen bezwaar tegen te hebben.
De brieven en postkaarten en foto’s zullen daar worden gevoegd bij het Dossier 295, wat gaat over de razzia’s in 1944 en over Kamp Rees. Dit is een openbaar dossier.
Wij danken de heer B. Bleekman voor de bemiddeling tussen onze Stichting en de familie Jansen en we danken vooral de familie Jansen voor het afstaan van de brieven en foto’s.
De brieven zijn van groot historische waarde. Ze tonen aan dat er inderdaad een briefwisseling op gang is gezet door de Technische Noodhulp en de directie van de AMEFA, waardoor de dwangarbeiders in Kamp Rees ( de mannen die in Apeldoorn zijn opgepakt op 02-12-1944 ) en het thuisfront elkaar op de hoogte konden houden.
Leave A Comment