De heer Mike Dekker verzoekt om nader informatie.  Lees zijn e-mail berichten.

Indien u iets weet, graag een e-mailbericht sturen naar ;   mike.dekker@gmail.com

In mijn zoektocht naar informatie over de Razzia van Den Haag kwam ik uw oproep tegen.  Peter Otto voor den Dag (mijn oudoom) is als marechaussee vanuit Den Haag afgevoerd en uit de trein richting Rees gevlucht in Winschoten en neergeschoten.

Eea is beschreven in een blad van de marechaussee (http://marechausseecontact.nl/pdf/2014_mc_oktober.pdf).

Dezelfde gebeurtenis (nog niet met 100% zekerheid) wordt ook beschreven door de oudoom van mijn vrouw die op dat moment woonde aan de stationsstraat in Winschoten.
Hij heeft een dagboek bijgehouden gedurende de oorlog dat ik nog niet heb gelezen (slechts passages).
Ik ben op zoek naar verhalen van mensen die op hetzelfde transport hebben gezeten als mijn oudoom en verhalen van mensen die de gebeurtenis in Winschoten kunnen beschrijven.
Ook gaat het verhaal dat mijn opa zijn broer uit de trein heeft zien springen, maar dit kan ik niet bevestigen tot dusverre.
Ik ben benieuwd of u meer bent tegengekomen over deze gebeurtenis in Winschoten (bij de watertoren).
.
Foto van Streekhistorisch Centrum Stadskanaal

Foto van Streekhistorisch Centrum Stadskanaal

Op uw site heb ik het onderstaande reeds gevonden.
G.C.Theunissen beschrijft:
“….hadden onder elkaar een afspraak gemaakt, dat wij om beurten zouden zitten en slapen en wel ieder 2 uur. Het gezelschap was dermate onaangenaam, dat hiervan, ondanks onze vriendelijke verzoeken, en later ook minder vriendelijke verzoeken, niets terecht kwam. Via Assen en Haren kwamen wij des avonds om 12 uur in de buurt van Winschoten. Hier werd plotseling aan de noodrem getrokken en bleek het, dat een aantal Haagsche Politie-agenten een poging tot ontvluchten deden. De Duitschers schoten er lustig op los en het gevolg was, dat er drie werden gedood en een zwaar gewond werd. Een wist er te ontvluchten. De Duitschers hadden deze mogelijkheid we zeker wel voorzien, daar de trein aan een zijde was afgesloten en aan de andere zijde bewaakt  werd door soldaten, die in een uitbouw van een bagagewagen  achter aan den trein, den gehelen trein konden verzien. Uit aardigheid staken wij wel een tuk papier uit het raam . Het openen der ramen zelfs was verboden en dan werd dit papier onmiddellijk doorzeefd met kogels. De vlucht van de Haagsche agenten was een luguber oogenblik in dezen half duistere nacht en dan nog in de wetenschap, dat wij weinige oogenblikken later de Nederlandsch-Duitsche grens zouden passeren. Dit gebeurde ook bij Nieuwe Schans en toen werd werkelijkheid, wat wij steeds gehoopt hadden wat voorkomen zou worden, nl. dat wij naar Duitschland zouden gaan. Op Donderdag 30 November geschiedde dit. Dezen dag werd vrijwel in Z. richting gereden, zeer langzaam”