Dikwijls worden wij als bestuur gevraagd of er monumenten zijn die betrekking hebben op de dwangarbeiders die in kamp Rees hebben moeten verblijven.
Ik kan u zeggen dat dit er diversen zijn.
** APELDOORN ;
- De Dwangarbeider.
Vorm en materiaal
Het monument ‘De Dwangarbeider’ in Apeldoorn is een roestvrijstalen zuil met drie ringen van verschillende omvang. De zuil is drie meter hoog. In de zuil is een beeldje van een mannenfiguur geplaatst, waaronder een tekst is aangebracht. De onderste ring is uitgevoerd in metaal en heeft een diameter van 2 meter 20. Hierop is een tekst aangebracht. De middelste ring is uitgevoerd in hardsteen en heeft een diameter van 1 meter 60. Hierop is op de rand een tekst aangebracht. De bovenste ring vormt de top van de zuil en is het kleinst in omvang.
Teksten
De tekst op de zuil luidt:
‘DWANGARBEID
KAMP REES
DEC. 1944
MRT. 1945’.
De tekst op de onderste ring luidt:
‘VOOR ALLEN DIE UIT APELDOORN ZIJN AFGEVOERD. HUN MENSELIJKE WAARDIGHEID WERD MET VOETEN GETREDEN.’
De tekst op de middelste ring luidt (in herhaling):
‘BLOEMEN IN MEMORIAM’.
Deze ring biedt de mogelijkheid om bloemen te leggen ter nagedachtenis aan de slachtoffers.
Herdenkingsdatum
Rondom 2 december
Adoptie
Het monument is geadopteerd door de Montessorischool Passe Partout
** REES ;
Op 21-11-1984 is het monument te Rees door burgemeester W. Buckermann, onthult.
De herdenkingsdatum in Rees is altijd op 09 november.
** MEGCHELEN ;
De herdenkingsdatum is altijd de 2e zondag in maart.
- Het monument
Ontwerper ; Piet Sluiter
Vorm en materiaal
Het monument voor werkkamp Rees in Megchelen (gemeente Oude IJsselstreek) bestaat uit een bronsplastiek dat geplaatst is op een betonnen sokkel. Het bronsplastiek toont vluchtende dwangarbeiders. Om het monument is bestrating van rode stenen aangelegd. Bij het monument hoort een informatiebord dat geplaatst is op de plek waar het werkkamp zich bevond.
Symboliek
Het monument beeld de hulp uit die bevolking aan de ontredderde manneen na hun vlucht uit Kamp Rees verleende. Circa 600 dwangarbeiders wisten te onstnappen uit werkkamp Rees en werden massaal geholpen door inwoners uit Megchelen en andere dorpen uit de omgeving.
De geschiedenis
Het monument voor werkkamp Rees in Megchelen (gemeente Oude IJsselstreek) is opgericht ter nagedachtenis aan werkkamp Rees en als uiting van dank aan de bevolking van Megchelen en omliggende dorpen.
In de kampen rond Rees waren veel inwoners uit Apeldoorn terechtgekomen na een razzia op 2 december 1944. Ze troffen er nog enkele duizenden landgenoten en Oost-Europese krijgsgevangenen. Zij werden ondergebracht in een droogloods van een dakpannenfabriek, met tochtgaten in de daken om het drogen te bevorderen, waardoor er nauwelijks beschutting was tegen weer en wind. Er was geen sanitair, één slecht werkende pomp en geen licht. Het kamp werd streng bewaakt en tegen de bevolking zou zijn gezegd dat er ’terroristen’ zaten.
De dwangarbeiders moesten tankwallen graven langs de Rijn, om de geallieerde opmars tegen te houden. Bijna niemand was gekleed op de ontberingen. De kleding die men aan had bood meestal geen soelaas tegen weer en wind. Hygiëne ontbrak. Het rantsoen was minimaal. Vergrijpen werden zwaar bestraft, soms tot de dood erop volgde.
De bijzonder slechte omstandigheden in het kamp leidde er toe dat verschillende vluchtpogingen werden ondernomen. Midden december bereikten de eerste vluchtelingen Megchelen; vervuild, verhongerd, uitgeput. Dat alarmeerde de broers Theo en Jan Venhorst, die de omgeving zeer goed kenden. Eind januari, begin februari kwam hun hulpactie op gang. Met de nacht als dekmantel, benaderden inwoners van Megchelen de door luizen, dysenterie en bevriezingsverschijnselen geteisterde dwangarbeiders om mee te gaan; soms over een ladder of anders dóór de sloot die de grens naar de vrijheid markeerde.
In Megchelen hielp iedereen mee. Massaal werd eten gekookt en kleding ingezameld. De zieken werden eerst opgevangen in het huis van Hein en Martha Snelling-Giezen en later in de dorpsschool, waar gemiddeld per dag 140 mannen werden behandeld. Ook in naburige dorpen als Gendringen, Ulft, Silvolde en Harreveld werden patiënten opgevangen.
De meest spectaculaire bevrijdingsactie werd op 11 februari 1945 op gang gebracht door Theo Venhorst. Hij ontmoette twee koeriers, die met post onderweg van kamp Rees naar kamp Bienen waren, en wist de mannen te overtuigen mee naar Megchelen te gaan. In de post werd een brief gevonden met de aankondiging dat kamp Bienen op 12 februari zou worden opgeheven. De 500 arbeiders, waarvan 200 Polen en Russen en 300 Nederlanders, zouden worden overgeplaatst naar Brunen bij Wesel. ‘Parteigenosse’ Rohleer kreeg opdracht om half vijf ‘ s ochtends de afmars voor te bereiden. Om exact vijf uur moesten de arbeiders afmarcheren.
Parteigenosse Rohleer wist die ochtend nog van niets, omdat de brief niet was aangekomen, maar hij kreeg wel te horen dat hij voor een hele dag proviand moest zorgen. Toen hij terugkwam waren alle Nederlanders gevlogen. Al vroeg in de ochtend was Venhorst, gecamoufleerd als kamparbeider, het kamp Bienen binnengedrongen. Zonder dat de SA-bewakers het merkten wist hij, gedekt door de diepe duisternis, de 300 Nederlandse mannen in kleine groepen uit het kamp te laten vertrekken. Op afgesproken plaatsen werd weer verzameld. Begeleid door andere vrijwilligers bereikten ze het noodhospitaal van Megchelen.
In augustus 1947 werd vastgesteld dat tijdens de drie maanden van het bestaan van Kamp Rees 247 Nederlanders om het leven waren gekomen. Van hen kwamen er 36 uit Apeldoorn. De executies rond de razzia’s, de beschieting van een trein met gedeporteerden, de verschrikkingen van Rees en ook nog een brand in een slaapzaal kostte in totaal 79 Apeldoornse mannen het leven. Hoeveel mannen het leven dankten aan de onvermoeibare inzet van de inwoners van Megchelen is onbekend.
Oprichting
Het monument werd opgericht op initiatief van het Comité Leefbaarheid Megchelen met steun van de gemeente.
Onthulling
Het informatiebord op de de plek waar het werkkamp zich bevond aan de Melatenweg in Rees werd op 28 februari 2010 onder grote belangstelling onthuld door enkele oud-dwangarbeiders. Waarna een kleine honderd personen, die nog goed ter been waren, de 8,5 kilometer naar Megchelen. Deze wandeling was ter herinnering aan de vluchtweg die 65 jaar eerder door honderden dwangarbeiders meestal succesvol werd afgelegd.
In Megchelen werd het bronsplastiek onder grote belangstelling op 28 februari 2010 onthuld.
Locatie
Het monument staat in het plantsoen op de hoek van de Julianaweg en de Pastoor Geerdink-Johanninkweg te Megchelen (gemeente Oude IJsselstreek). Het informatiebord staat op 8,5 kilometer afstand van het monument op de plek waar het werkkamp zich bevond aan Melatenweg in Rees.
- MIES NEUHAUS :
Mies Neuhaus (1911-1948) had de leiding van het noodhospitaal van Megchelen.
In Megchelen hielp de gehele bevolking mee. Massaal werd eten gekookt en kleding ingezameld, want alle dwangarbeiders uit Rees hadden nog altijd de kleren aan waarin ze vertrokken waren. De zieken werden eerst opgevangen in een huis en later in de dorpsschool. Daar werden gemiddeld per dag 140 mannen behandeld. Het waren voor het grootste deel, aldus een oud-kampbewoner, ‘mannen die dusdanig in hun kleding waren vervuild, dat zelfs een blinde met een verkouden neus op de loop zou gaan’.
Na de eerste opvang werden patiënten vaak overgeplaatst naar de diverse noodhospitalen in naburige dorpen als Gendringen, Ulft, Silvolde en Harreveld, of met valse papieren op weg geholpen naar huis, waarbij de IJssel, met zwaarbewaakte of weggebombardeerde bruggen, een belangrijk obstakel vormde.
De leiding van het hospitaal in Megchelen had Mies Neuhaus (1911-1948). Haar vader was Duitser en haar moeder Nederlandse. Ze was onderwijzeres, werkte in Hazerswoude en kwam door de oorlog terug naar Megchelen. Toen het noodhospitaal werd gesticht om dwangarbeiders op te vangen meldde ze zich als vrijwilliger en al gauw kreeg ze de leiding. Samen met andere jonge vrouwen uit Megchelen heeft Mies met ‘bovenmenselijke inzet’ het noodhospitaal geleid.
De symboliek van de inzet van het dorp wordt in het grafmonument voor Mies Neuhaus herhaald.
Al gauw na de bevrijding werd Mies Neuhaus echter ernstig ziek. Ze stierf in 1948, na verschillende bloedtransfusies, in een ziekenhuis in Arnhem; officieel aan leukemie, maar algemeen wordt aangenomen dat ze een besmetting opliep door haar intensieve contact met doodzieke dwangarbeiders. Op haar graf op het kerkhof kwam door geldgebrek geen steen.
In 2011 werd ook Mies Neuhaus geëerd, met een schitterend grafmonument van Piet Sluiter waarin de hulpactie van het andere monument zich herhaalt. Volgens een gedenkplaat bij het graf zijn 1700 mannen uit Rees door haar opgevangen. (Tekst: Henny van Loenen ).
- LUISTERSTEEN 72 MEGCHELEN
72. Reddingsactie dwangarbeiders
In december 1944 wisten enkele Nederlanders te ontsnappen uit het dwangarbeiderskamp bij het Duitsestadje Rees en vluchtten over de grens naar Megchelen. Na een hevig vuurgevecht veranderde Megchelen in een puinhoop en werd het op 28 maart 1945 als 1e dorp boven de grote rivieren bevrijd. Inwoners van Megchelen ondernamen hierop een grootschalige actie om zoveel mogelijk dwangarbeiders uit kamp Rees te bevrijden en via Megchelen naar veilig gebied te brengen.
Bevolking Megchelen redt
In de Duitse stad Rees lag van december ‘44 tot maart ‘45 een dwangarbeiderskamp. Hier waren Nederlandse dwangarbeiders geïnterneerd om anti-tank grachten te graven. De omstandigheden in het kamp waren verschrikkelijk. In de vier maanden dat het kamp bestond, stierven ca 330 van de 4000 mannen door ziekte en mishandeling. Toen enkele mannen wisten te ontsnappen en in Megchelen terechtkwamen, zette de bevolking spontaan een reddingsactie op touw. Onder leiding van jonge Megchelenaren die de grensstreek op hun duimpje kenden, werden gevangenen bevrijd en over de grens gesmokkeld. De school van Megchelen werd in het geheim ingericht als noodhospitaal om de vaak ernstig verzwakte dwangarbeiders weer op de been te helpen.
Heldendaad
Op 12 februari 1945 onderschepte het verzet in Megchelen een brief waarin de overplaatsing van 300 dwangarbeiders naar de Duitse stad Wesel werd aangekondigd. Met een perfect uitgevoerde misleidingsactie wist het verzet de groep dwangarbeiders naar Megchelen te loodsen, en van daaraf naar veilige onderduikadressen. Pas in 2010 werden deze heldendaden van de inwoners van Megchelen met een eigen monument herdacht.
Megchelen bevrijd
Engelse en Canadese troepen bereikten Megchelen in de ochtend van 28 maart 1945. De Duitse bezetters boden nog een aantal uren felle tegenstand. Aan het eind van deze dag luwde de strijd en werden de bezetters verdreven. Megchelen was het eerst bevrijde Nederlandse dorp boven de grote rivieren. De prijs voor de vrijheid was echter hoog; 52 huizen werden totaal verwoest, 49 beschadigd en slechts vier huizen in het dorp bleven onbeschadigd.
Toeristische informatie
Dorpsplein, Megchelen GPS code: N 51 50 16.5, E 6 23 33.4
** BIENEN ;
Rees-Bienen – Die Betonmauer des alten Kemnadenhofs
In Rees-Bienen erinnert eine mit Einschusslöchern übersäte Betonmauer an die heftigen Kämpfe in den letzten Kriegstagen am Niederrhein. Bienen war im März 1945 für wenige Tage das Zentrum historischer Ereignisse, weil die Ortschaft von strategischer Bedeutung für den Vormarsch der Alliierten nach ihrer Rheinüberquerung war. Zwei wichtige Straßen kreuzten sich in Bienen. Von dort aus ging es in Richtung Westen weiter nach Bocholt und Münster, im Süden nach Wesel.
Als die schottische 51. Highland Division (HD) mit Hilfe von Schwimmpanzern den Rhein zwischen Emmerich und Rees überwunden hatte, stieß sie in Bienen auf starke deutsche Gegenwehr. Der Kampf dauerte drei Tage. Viele Soldaten fielen, darunter auch der Kommandant der Schotten, Generalmajor Thomas Rennie. Erst als kanadische Infanterie zur Hilfe kam, gelang es den Ort einzunehmen. In Bienen erinnert man sich bis heute an diese Geschichte. Zu den Feinden von einst – und ihren Familien – pflegt man heute freundschaftliche Kontakte. An einer Mauer neben der Dorfkirche haben die Kanadier und die Schotten Gedenkplaketten angebracht, in denen auch der gefallen Deutschen mit Respekt gedacht wird. Eine weitere Gedenktafel erinnert an die im Winter 1944/45 in Bienen verstorbenen 24 niederländischen Zwangsarbeiter.
Anschriften:
Betonmauer mit Kriegsschäden – Kemnaderstr. 4
Erinnerungstafeln – Vorplatz an der Kirche
Kriegsgräberstätte – Grietherbuscher Straße (Nähe Hausnummer 2)
** DEN HAAG ;
- Dwangarbeidersmonument
Ontwerper: Marcel Prins (1958-)
Onthuld op: 1 november 1999
Het monument Dwangarbeiders is te vinden op de binnenplaats van het Provinciehuis van Zuid-Holland aan het Zuid-Hollandplein in Den Haag. Op de plek van het Provinciehuis was tijdens de Tweede Wereldoorlog de Haagse Dierentuin gevestigd. Dit was één van de locaties waar Haagse dwangarbeiders werden samengebracht voor het transport richting Duitsland. Het gedenkmonument is een initiatief van de heer P.M. Kool, die tijdens de oorlog als dwangarbeider werkte in Stuttgart. Als voormalig dwangarbeider merkte Kool dat er na de oorlog weinig begrip was voor de ervaringen van ex-dwangarbeiders. De komst van het monument moest dit veranderen.
Het monument is ontworpen door Marcel Prins. Deze Haagse beeldhouwer maakte het monument in opdracht van de gemeente Den Haag.
Het monument bestaat uit een boom, omgeven door een ophoging van baksteen waarop een roestvrij stalen ring is bevestigd. Aan de binnenzijde van de ring is een rij mensfiguren afgebeeld. Aan de buitenzijde van de ring is de volgende tekst te lezen:
“Want dat is het wrange: slachtoffer zijn, geschonden worden en zelf moeten strijden voor erkenning hiervan…”
Op de bakstenenrand is een plaquette aangebracht met de tekst:
“Tijdens de Tweede Wereldoorlog dwong de bezetter ruim een half miljoen Nederlanders arbeid te verrichten in Duitsland. Ook uit Den Haag en omgeving werden mannen in dwangarbeid afgevoerd. Dat gebeurde onder andere op grote schaal tijdens een razzia op 21 november 1944.
Rond 15.000 inwoners van Den Haag en omgeving werden op enkele locaties bijeen gedreven. Eén van die locaties was de toenmalige dierentuin, waar nu het Provinciehuis staat. De meesten werden niet wetend wat hen te wachten stond – vanuit de Laakhaven per Rijnaak afgevoerd. Ook de naasten die achterbleven zagen zich geconfronteerd met moeilijke tijden vol onzekerheid over het lot van de mannen.
Talloze dwangarbeiders lieten het leven. Moge de herinnering aan oorlog en terreur aansporen tot vrede onder alle.”
** HAARLEM ;
** HILVERSUM ;
Het monument voor de Dwangarbeiders in de Tweede Wereldoorlog is geplaatst bij de Dudoktribune van het Gemeentelijk Sportpark in Hilversum.
Tekst op het monument:
OP 23 OKTOBER 1944
ZIJN HIER ENKELE DUIZENDEN
HILVERSUMSE MANNEN EN JONGENS
ALS DWANGARBEIDER WEGGEVOERD.
VELEN HEBBEN DE BEVRIJDING
VAN DE NAZI-TERREUR
NIET MEER MEEGEMAAKT.
OP 23 OKTOBER 1997
HEEFT BURGEMEESTER
J.G. KRAAIJEVELD-WOUTERS
NAMENS DE BURGERIJ,
TER NAGEDACHTENIS AAN ALLE
HILVERSUMSE DWANGARBEIDERS,
DIT GEDENKTEKEN ONTHULD.
- Tekst: Anneke Moerenhout
- Foto’s: Anneke Moerenhout
** WERTH ;
Nu kan ik u mededelen dat er in Werth wellicht dit jaar ook nog een monument gaat komen. De onderhandelingen zijn in vollegang.
Leave A Comment