Op 27-03-2008 is mevrouw Hermine Fransisca Josephine Hollaender- Gelder, geboren op 20-02-1914, sinds 03-09-1983 weduwe van Eugen Hollaender, (geboren op 03-11-1906), op een zeer respectabele leeftijd overleden.
Ik heb persoonlijk het genoegen gehad om deze vrouw, te mogen interviewen voor het boek genaamd “de verzwegen deportatie”.U weet wel het boek dat gaat over de deportatie van vele mannen op 02-12-1944 en waarvan er zo’n 850 afkomstig uit Apeldoorn, in kamp Rees terecht kwamen.
Ik heb haar 3 keer bezocht en wat mij opviel was het feit, dat ze een warm karakter had. Ze was iemand die de moraal en de juiste normen en waarden hoog in het vaandel had staan.
Ze vertelde mij, dat ze samen met haar man, in de oorlog, de Amefa bestuurde. Ze hadden bedrijfspanden in Apeldoorn, Neede en Bocholt. Haar man, Eugen Hollaender kwam in 1931 als 25-jarige, vanuit Duitsland naar Nederland, om een productiebedrijf te beginnen op het gebied van scheermessen en andere staalwaren. Doel was om een concurrent te worden van Solingen.Op 19-09-1931 startte de heer E.Hollaender de Apeldoornsche Messenfabriek N.V. Haagse Import Mij. Olanda op. Dat was de voorloper van wat later de Amefa werd. In 1937 zijn de heer en mevrouw Hollaender met elkaar in het huwelijk getreden. In de oorlogstijd stonden de heer en mevrouw Hollaender, open voor een ieder, die hulp nodig had.
Zo hielp zij met de evacuees uit Arnhem. Zo verstopte zij hen voor de bezetter en gaf zij hen kleding en voedsel. De Amefa maakte in de oorlog o.a. scheermesjes voor de Duitsers. De heer Hollaender, heeft vele voor hem onbekende mannen uit het kamp Rees en elders in Duitsland gehaald en afgevoerd, als zijnde zijn eigen personeel en hen vervolgens naar Nederland gebracht.
Het begon allemaal zoals reeds aangegeven, op 02-12-1944. Toen vond de twee grote razzia plaats in Apeldoorn. De mannen werden verzameld op het Marktplein. De heer en mevrouw Hollaender hebben toen samen, willekeurig enkele tientallen mannen van het Marktplein gehaald c.q laten halen omdat dit zogenaamd hun personeel was. Er werden tevens gedurende de laatste oorlogsjaren ( na 02-12-1944) tientallen mannen aangesteld als arbeider in de fabriek, hoewel er geen werk voor hen was.
Nadat op 03-12-1944 te Werth, de 1e trein welke op 02-12-1944 uit Apeldoorn was vertrokken, was beschoten ( waarbij zeer vele doden en gewonden waren gevallen )en de heer Hollaender daarvan via, via, op de hoogte werd gesteld, ( omdat Werth vlakbij Bocholt ligt) ging hij direct naar Werth om daar hulp te bieden. Later kwam hij erachter, dat de overgebleven mannen, (diegene die niet gewond waren en tussen de 16 en 40 jaar oud waren ), naar Rees moesten. Ook daar heeft hij zijn hulp aangeboden. Hij gaf aldaar ook aan, dat er personeel van zijn fabrieken waren opgesloten in kamp Rees en dat hij ze dringend nodig had voor het fabriceren van de scheermesjes. Dankzij de heer Hollaender is een briefverkeer tot stand gebracht tussen Rees en Apeldoorn. Daardoor wist men dat hun vader, broer of zoon nog leefde.
Dankzij hem werden er kledingstukken en zelfs in geringe mate voedsel verstuurd naar Rees. Hij en zijn vrouw betaalden zelf de portokosten en de vervoerskosten.Ook zorgde hij er voor dat er gewonden werden getransporteerd van Rees naar o.a. Harreveld. Meneer Hollaender heeft zelfs diverse keren moeten vluchten voor de Duitsers. De SS zocht hem dikwijls, gelukkig zonder het voor hen gewenste resultaat.Meneer Hollaender had namelijk de Duitse nationaliteit en men vertrouwde hem niet, men verdacht hem ervan dat hij de Duitsers aan het tegenwerken was. Diverse keren heeft hij zich dagen of wekenlang, verborgen gehouden c.q moeten houden in o.a. Belgie.Voor aanvang van de oorlog had hij om naturalisatie gevraagd, maar deze niet gekregen. Hij maakte gepast gebruik van zijn nationaliteit en zijn kennis van de Duitse taal, om de Nederlandse mannen uit de Hel van Rees te halen.
Na de oorlog is de familie Hollaender onder een bewindvoerder geplaatst. Dit kwam voort uit een algemene maatregel tegen ondernemingen, die tijdens de bezetting onder de Duitse vlag werden bestuurd. Tevens is meneer Hollaender, direct na de bevrijding van Apeldoorn, enkel en alleen omdat hij Duitser was opgesloten in de Willem III kazerne te Apeldoorn. Daar zat hij samen met andere Duitsers en NSB-ers. Ten tijde dat hij daar zat, is zijn zoontje overreden en gestorven. Dat was Paul Eugen Hollaender, geboren op 28-12-1940, overleden op 24-06-1945. Hij kon derhalve niet bij de begrafenis van zijn kind zijn.
In de vijftiger jaren is hij genaturaliseerd tot Nederlander.Na de oorlog kwamen diverse mensen die bij hem werkten en die hem als reddende engel hadden gehad en hem zo ook zagen, hem bedanken voor zijn heldendaden. Ook mevrouw Hollaender werd voor haar daden bedankt. Steeds kregen zij die en dankwoord uitbrachten te horen, dat ze het zo weer zouden doen en dat een “dankje wel” niet nodig was. Helaas heb ik zelf nooit kunnen en mogen kennismaken met de heer E.Hollaender. Graag had ik van hem persoonlijk zijn verhaal gehoord. Volgens zijn vrouw wilde hij daarover niet praten, het koste hem dan door emoties overmand teveel moeite. Hij was bescheiden en wilde dat blijven. Maar wat erg belangrijk is, is dat velen dat voor hem achteraf toch hebben gedaan. Vele oud dwangarbeiders of hun nabestaanden, hebben de heldendaden en het bescheiden gedrag van de heer Hollaender door kunnen vertellen en bovenal geroemd. Hij was voor hen in de oorlog een Nederlander met een Duits paspoort.
Door het overlijden van zowel de heer en recent mevrouw Hollaender, zijn er twee verzetsmensen, (hoewel zij zichzelf niet als zodanig zagen), en hun verhalen verloren gegaan. Zonder er ook maar iets voor terug te wilden hebben, hielpen zij wild vreemden, in een tijd van oorlog, verraad en bederf en verdriet en dat puur en alleen omdat het voor hen de gewoonste zaak van de Wereld was. Daar zouden velen een voorbeeld aan moeten nemen, in deze tijd van intolerantie. Heden ten dage kijken nog steeds zeer vele oud-dwangarbeiders naar het bestek als ze die in hun handen hebben of krijgen.
Mocht het een bestek van de Amefa zijn, dan gaan de zeer warme gedachten van hen steeds uit naar de familie Hollaender.
Voor de oud dwangarbeiders lijken de heer Hollaender en zijn vrouw, op de personages ( Oskar Schindler en zijn vrouw Emilie Schindler ) uit de film “Schindlers List” van Apeldoorn. En dat lijkt me een juiste conclusie.
Om bovenstaande redenen, te weten de heldendaden van de heer E.Hollaender, heeft de Stichting Dwangarbeiders Apeldoorn 1940-1945 een verzoek ingediend om een straatnaam naar de heer E.Hollaender te vernoemen in Apeldoorn. Tot op heden is dit verzoek nog niet afgewezen.
Mooi verhaal! Wat was de roepnaam van Mevrouw Hollander- Gelder?
Prachtige historie van de familie Hollaender te Apeldoorn.
Kijk in een restaurant altijd of de naam Amefa op het bestek staat; al jarenlang.
Ben verder benieuwd of er ook al een vierde generatie werkzaam is bij Amefa.
Wkrgds, Theo
Ik weet onderhand dat er in Apeldoorn een straatnaam is vernoemd naar meneer Hollaender. De Hollaender straat is de vervangende plaatsnaam voor de Rozemarijnstraat geworden.
Een prachtig eerbetoon.
De roepnaam van mevrouw H.F.J. Hollaender-Gelder was: Rie.
Dank u voor uw informatie.
Amefa gebouw Neede bestaat heden ten dage en besef de verschrikkingen.
Zet me ervoor in dat dit een Monument status verdient een museum!
Dan denk ik vooral aan Mevrouw en Meneer Hollaender.
Hun Inzet en Nobele Daden.
Reders mede Redders verzwegen deportatie 1944
De geschiedenis en wetenschap mag niet vergaan.
Een familiebedrijf waar het hart sneller van gaat kloppen. Mooi.
Sehr geehrte Damen und Herren, ich bin ein Nachfahre von Herrn Eugen Hollaender, und ich freue mich dass er in guter Erinnerung bleibt!
Hallo Rodger. De heer Eugen Hollaender zal nooit vergeten worden. Hij heeft vele mensen het leven gered, waarvoor dank.